Tips voor een assessment of capaciteitentest
Algemeen
- Schrijf duidelijk op wat de "spelregels" zijn van de test die je maakt. Gaat het puur om snelheid, of heb je een maximumaantal seconden per vraag? Kun je de volgorde van vragen kiezen, en welke volgorde werkt voor jou het beste?
- Zorg dat je pen en papier klaar hebt liggen en bepaal hoe je het fijnst vindt om je klad op te schrijven.
- Lees alle instructies zorgvuldig voordat de test begint, zodat je tijdens het maken van de test niet twijfelt over de regels.
- Bepaal of je de klok wel of niet zichtbaar wilt hebben tijdens de test. Sommige mensen vinden het prettig om de tijd bij te houden, terwijl anderen hierdoor juist onnodige stress ervaren.
- Als er een maximale tijd per vraag is en je eerder klaar bent, bepaal of je wilt doorwerken of even op adem wilt komen en dubbel wilt checken.
- Oefen regelmatig met realistische vragen om bekend te raken met de vraagtypen en sneller patronen te herkennen. Hoe vaker je oefent, hoe beter je prestaties zullen zijn.
Figuurreeksen
- De beste aanpak is om van de zes antwoorden vijf foute antwoorden weg te strepen.
- Schrijf A, B, C, D, E, F op een papiertje, tien keer onder elkaar als je tien vragen moet maken. Zo kun je per vraag foute antwoorden doorstrepen.
- Meestal zijn er meerdere objecten in een figuurreeks die draaien of structureel veranderen. Volg eerst één object waarvan je zeker weet waar het in het vijfde figuur moet staan. Gebruik dit om foute antwoorden weg te strepen.
- Kies het duidelijkste object dat zichtbaar op verschillende plekken staat in de antwoorden. Als dat object bij de antwoorden overal hetzelfde is, kies dan een ander.
- Herhaal dit proces met een tweede object totdat er nog maar één antwoord overblijft.
- Werk met pijltjes en teken de bewegingspatronen van objecten om gemakkelijker te bepalen wat het volgende figuur moet zijn.
- Probeer tijdens oefentesten patronen snel te herkennen en noteer op welke manieren figuren kunnen veranderen.
Analogieën
- Kijk eerst waar de vraagtekens in de vergelijking staan. Staan ze beide op dezelfde plek (bijvoorbeeld twee keer het eerste woord of twee keer het laatste woord), dan zoek je twee woorden die op dezelfde manier in verhouding staan met de andere woorden.
- Als de vraagtekens niet op dezelfde plek staan, let dan op het bestaande woord aan de rechterkant van de vergelijking. Dit woord kan aangeven welk type woord je links zoekt.
- Ga niet te snel af op het eerste woord dat logisch lijkt. Er zitten vaak antwoorden tussen die opzettelijk verwarrend zijn, zoals een omgekeerde relatie.
- Let op woorden met meerdere betekenissen.
- Oefen veel om verschillende soorten relaties te herkennen. Schrijf veelvoorkomende relatiepatronen op, zoals:
- X maakt als beroep X
- X is het tegenovergestelde van X
- X is de mildere versie van X
Diagrammen
- Behandel elke relatie afzonderlijk om het overzichtelijk te houden.
- De derde toevoeging in een diagram is vaak het lastigste, omdat dit het hele schema kan veranderen.
- Volg deze stappen:
- Teken een grote cirkel voor het eerste woord.
- Kijk naar het tweede woord en bepaal de relatie met het eerste woord: staat het er los van, zit het erin, of snijden ze elkaar gedeeltelijk?
- Voeg het derde woord toe en bepaal eerst de relatie met het eerste woord, en daarna met het tweede woord.
- Zodra je deze methode onder de knie hebt, kun je diagrammen snel en nauwkeurig maken.
- Als je twijfelt over een bepaalde relatie, gebruik dan de cirkels die je wél zeker weet om foute antwoorden uit te sluiten en je kans op een juist antwoord te vergroten.
Cijferreeksen
- Er zijn verschillende manieren waarop vragen over cijferreeksen worden gesteld. Soms ontbreekt één getal, soms twee. Zorg ervoor dat je weet welk type vraag je moet beantwoorden en oefen daarop.
- Oefenen is essentieel om verschillende patronen snel te herkennen en efficiënter hoofdrekenen onder de knie te krijgen.
- Schrijf mogelijke stappen tussen de getallen op, zoals x2 of +2, +4, en controleer hoe ver dit klopt.
- Houd rekening met dubbele reeksen. Door veel te oefenen leer je deze sneller herkennen.
- Wees nauwkeurig bij het invullen van je antwoord. Bij vragen met twee ontbrekende getallen kunnen de antwoorden sterk op elkaar lijken, waarbij vaak slechts één getal verschilt.
- Kijk niet te veel naar de antwoordmogelijkheden, omdat deze vaak verwarrend veel op elkaar lijken. Wel kun je ze gebruiken om te bepalen welke berekeningen waarschijnlijk zijn toegepast op de reeks, bijvoorbeeld door te letten op de grootte van de getallen of patronen zoals verdubbeling of deling.